Als u uw foto's wilt afdrukken of afdrukken wilt bestellen, hebben de afbeeldingsbestanden een bepaalde hoeveelheid informatie nodig. Het aantal pixels dat nodig is voor scherpe en heldere afdrukken hangt vooral af van het gewenste papierformaat. Als relatieve maat voor de pi
Hoe groot kun je een afbeelding afdrukken zonder merkbaar kwaliteitsverlies? Dit is eenvoudig te bepalen in Photoshop: Ga naar het IMAGE menu en ga naar IMAGE SIZE. Onder DOCUMENTGROOTTE wordt in Photoshop het huidige afdrukformaat weergegeven.
Schakel nu de INPERPOLATIEPROCEDURE (OPNIEUW BEREKENEN MET in oudere Photoshop-versies) uit. Verhoog vervolgens de RESOLUTIE-waarde van 240 naar 300 PIXELS / INCHES. Je ziet meteen dat de drukafmeting kleiner is.
Hoe hoger u het getal voor PIXES / INCHES selecteert, hoe dichter de afzonderlijke pixels worden afgedrukt en hoe kleiner de afdrukgrootte van uw afbeelding. Dit DPI-nummer (juist zou het PPI-nummer moeten heten) is de sleutel tot een goede afdrukkwaliteit. Maar hoe hoog moet het DPI-getal zijn voor de beste afdrukkwaliteit:
- Voor de beste kwaliteit stelt u de uitvoerresolutie in op 300 tot 360 pixels / inch. Nu is het niet mogelijk om onderscheid te maken tussen individuele drukpunten, zelfs niet als je op leesafstand naar het beeld kijkt.
- Beelden met een oppervlakte van 13 x 18 cm of DIN A5 op leesafstand leg je eenvoudig vast. Als u de afbeeldingen groter afdrukt, moet u de kijkafstand vergroten. En dus hoeven de drukpunten niet meer zo dicht bij elkaar te liggen. Als vuistregel is het gebruikelijk geworden:
- Gebruik voor afdrukken tot A4-formaat 240 tot 300 pixels/inch.
- Tot een printformaat van DIN A3 is 180 tot 240 dpi voldoende.
- Voor nog grotere afdrukken kunt u het dpi-getal verlagen tot 150 of minder. (mv)