Als u via een router met internet bent verbonden, stelt Ubuntu automatisch uw netwerkhardware in en maakt verbinding met internet. Gebruik anders de netwerkbeheerder.
Als de pc is aangesloten op een router, worden de bestaande hardware- en netwerkadressen automatisch herkend wanneer Ubuntu wordt geïnstalleerd en de verbinding met internet tot stand wordt gebracht. U kunt de internetverbinding ook handmatig configureren met de Netwerkbeheerder. Of het nu gaat om een netwerk-, WLAN-, DSL- of UMTS-verbinding, met de Network Manager kunt u elke verbinding tot stand brengen.
Een bekabeld netwerk configureren
Volg voor het opzetten van bijvoorbeeld een kabelnetwerk de onderstaande stapsgewijze instructies:
- Klik op de knop in de startbalk in het linkerdeel van het venster
Activeer SYSTEEMINSTELLINGEN en in het HARDWARE-gebied op NETWERKVERBINDINGEN. - Klik in het linkerdeel van het venster op de WIRED-link.
- Met een klik op CONFIGUREREN kunt u het bestaande netwerk instellen, met ADD definieert u een nieuwe verbinding.
- Op het tabblad CABLED wijst u een verbindingsnaam toe en geeft u aan of u automatisch verbinding wilt maken met het netwerk.
- Op het tabblad 802.1X SECURITY geeft u het type authenticatie op. Als dit nodig is (meestal niet), activeer dan de optie GEBRUIK 802.1X-BEVEILIGING VOOR DEZE VERBINDING.
- Als u een router met een DHCP-server gebruikt, wordt het IP-adres automatisch herkend en ingevoerd. Als dat niet het geval is, klikt u op het tabblad IPV4-INSTELLINGEN en selecteert u HANDMATIG in het veld METHODE.
- Klik op TOEVOEGEN en voer het IP-adres in. Deze moet uniek zijn in het netwerk. Op de eerste pc in het netwerk stelt u het IP-adres in op 192.168.1.1. De tweede computer in het netwerk krijgt dan het IP-adres 192.168.1.2 en de derde 192.168.1.3 enz.