Rasterlijnen toevoegen aan een Excel-diagram
Soms is het lastig om te zien welke waarden een staaf of kolom heeft in een Excel-diagram. Door rasterlijnen aan een diagram toe te voegen, wordt de grootte van de verschillende gegevenspunten duidelijker voor de kijker, zelfs zonder gegevenslabels. In je diagram kun je precies bepalen welke dichtheid dit raster heeft.
Ga als volgt te werk om rasterlijnen aan een diagram toe te voegen:
- Activeer het diagram waaraan u de rasterlijnen wilt toevoegen.
- Roep de functie "Diagram - Diagramopties" op en ga naar het tabblad "Rasterlijnen".
- Schakel nu de gewenste selectievakjes voor de rasterlijnen in en klik op de knop "OK".
- Afhankelijk van welke van de vier selectievakjes u in het venster "Rasterlijnen" hebt geactiveerd, wordt in het diagram een min of meer dicht netwerk van rasterlijnen weergegeven.
Op het tabblad "Rasterlijnen" kunt u vier verschillende rasterlijnen definiëren: hoofd- en hulprasterlijnen voor de categorie-as en de grootte-as. Hoofdrasterlijnen worden getekend op de hoofdintervallen. Excel tekent hulprasterlijnen op de hulpintervallen. Rasterlijnen voor de categorie-as verschijnen als verticale lijnen in het diagram, terwijl die voor de grootte-as als horizontale lijnen worden weergegeven.
