De router is het essentiële apparaat voor internettoegang. Wanneer u voor het eerst verbinding maakt of van internetprovider verandert, kunnen er echter enkele dingen misgaan met de routerverbinding. Hier vindt u de oplossingen voor typische verbindingsproblemen.
In theorie is zo'n 'smart home' een mooi ding. Alle slimme apparaten en componenten hebben internettoegang via de router (netwerkrouter). De belangrijkste functie van de router is het doorsturen van netwerkdatapakketten tussen computernetwerken, in dit geval het internet (WAN, Wide Area Network) met uw lokale netwerk (LAN, Local Area Network).
Tegenwoordig wordt de router in de meeste gevallen aangesloten op een DSL/VDSL-verbinding, zoals gebruikelijk bij Telekom/Vodafone/O2, of wordt er gebruik gemaakt van een kabelverbinding, zoals bij providers als Unitymedia. In de router is daarom een DSL/VDSL-modem of een kabelmodem geïntegreerd. Met de volgende maatregelen kunt u typische verbindingsproblemen voorkomen:
- Als alle kabels zijn aangesloten en een actieve internetverbinding plotseling niet meer werkt tijdens het gebruik, moet u eerst naar de router kijken. Daar signaleren meerdere controlelampjes (LED's) de bedrijfstoestand. Als een led niet meer oplicht of hectisch knippert, kijk dan in de handleiding van het apparaat wat er wordt weergegeven. In de meeste gevallen start u de router gewoon opnieuw op door het apparaat een minuutje uit het stopcontact te halen. Het enige wat je hoeft te doen is de stekker uit het stopcontact trekken. Wanneer u hem vervolgens weer aansluit, is er slechts een beetje geduld nodig om alle verbindingen opnieuw tot stand te brengen. Met deze "soft reset" blijven al uw gebruikersinstellingen behouden.
- Een typische fout bij de eerste keer aansluiten is het verwisselen van de RJ-45-aansluitingen (netwerkaansluitingen) aan de achterkant van het apparaat. Daar vind je verschillende RJ-45-aansluitingen die in dezelfde kleur zijn uitgevoerd, meestal in het geel. Dit is de uitgang van de router, die meerdere eindapparaten kan bedienen (pc, notebook, media-ontvanger, smart home-apparaten). De functie is vergelijkbaar met een hub of switch (een netwerkverdeler).
- De ingang van een DSL/VDSL-router is ook een RJ-45-bus die een andere kleur heeft en vaak is gemarkeerd met "INT", "WAN" of een netwerksymbool. Deze aansluiting moet met de meegeleverde kabel op de netwerkaansluiting (telefoonaansluiting) worden aangesloten. Sluit bij een kabelrouter de antenne-achtige kabel aan die bij de aansluitdoos is geleverd in de muur, waarop een aansluiting meestal is aangeduid met "Internet". Gebruik de aansluitingen op de aansluiting met de aanduiding TV of radio niet voor de routerverbinding.
- Powerline-adapters, waarmee de internetverbinding vanaf de router via de elektriciteitsleidingen wordt doorgestuurd, worden tegenwoordig veel gebruikt. Sluit hiervoor een PowerLine-adapter zoals een eindapparaat aan op een van de RJ-45-uitgangen van de router en steek deze in een stopcontact. Steek op het doelapparaat, bijvoorbeeld een pc in een andere ruimte of op een andere verdieping, de tweede PowerLine-adapter in het stopcontact en verbind de Powerline-adapter en de pc of het betreffende apparaat direct met een netwerkkabel (Ethernet-kabel). Er is op dit moment geen andere router aangesloten omdat u zich binnen uw LAN bevindt. Volg voor de configuratie van de Powerline-adapter, bijvoorbeeld het activeren van een versleutelde verbinding, de instructies van de fabrikant van het apparaat.