Zo kun je onderscheid maken tussen hoofdletters en kleine letters

In werkbladen met veel tekst heeft inhoud die met een hoofdletter begint vaak een heel andere betekenis dan cellen die met een kleine letter beginnen.

In de getoonde werkmap heb je de voorwaardelijke opmaak in de kolom gebruikt griffier Maak de cellen op met vetgedrukte hoofdletters en de cellen met kleine letters cursief.

Om deze opmaak voor het gebied te doen: C4: C14 Om dit te bereiken heb je de volgende twee formules gebruikt in de voorwaardelijke opmaak:

Hoofdletters vet:

= ALS (ISTEXT (C4); CODE (LINKS (C4,1)) = -
CODE (GROOT (LINKS (C4,1))); ONWAAR)

(Bij opmaak lettertype vet Kiezen.)

Kleine letters cursief:

= ALS (ISTEXT (C4); CODE (LINKS (C4,1)) = -
CODE (KLEIN (LINKS (C4,1))); ONWAAR)

(Bij opmaak lettertype cursief Kiezen.)

Dit is hoe de twee formules werken voor de inhoud die vet en cursief wordt weergegeven

Om ervoor te zorgen dat de voorwaardelijke opmaak de cellen opmaakt met vetgedrukte hoofdletters en de cellen met kleine letters cursief, gebruikt u de volgende methode in de twee formules:

  • U kunt de combinatie IF-ISTEXT gebruiken om te controleren of de inhoud van de cel tekst bevat. Als dit niet het geval is, wordt de logische waarde FALSE geretourneerd en wordt de voorwaardelijke opmaak niet toegepast.
  • Als het tekst is, gebruikt u de functie LINKS om het eerste teken in de cel te bepalen.
  • De functie CODE levert de ASCII-code van dit teken.
  • Met de twee functies HOOFDLETTERS () en KLEINE () kunt u de eerste letter omzetten in een hoofdletter of kleine letter.
  • U kunt de ASCII-code voor deze geconverteerde letters ook bepalen met CODE ().
  • Als de codes van de originele letter en de geconverteerde letter overeenkomen, wordt voorwaardelijke opmaak toegepast.
  • Als er geen tekstinhoud in een cel is, wordt de inhoud ongewijzigd weergegeven.

U zal helpen de ontwikkeling van de site, het delen van de pagina met je vrienden

wave wave wave wave wave