Windows 7 is geïnstalleerd met veel functies die vaak helemaal niet nodig zijn. Andere functies, zoals Internet Information Services (IIS), moeten worden geactiveerd voordat ze kunnen worden gebruikt.
Waar in eerdere Windows-versies de deactiveringsfuncties volledig op de computer moesten worden gedeïnstalleerd, worden onder Windows 7 de applicaties op de harde schijf opgeslagen en kunnen ze dus indien nodig opnieuw worden geactiveerd.
Ga als volgt te werk om de Windows-functies in of uit te schakelen:
- Klik op beginnen - Controlepaneel - Programma's - Programma's en functies.
- Klik op de link linksboven Activeer of deactiveer Windows-functies.
- Vink het vakje aan naast de functie waarvoor u de functie wilt inschakelen. Schakel het selectievakje uit om de betreffende Windows-functie uit te schakelen.
- Bevestig de wijzigingen met Oke.