Stapsgewijze instructies
Wist je dat je met Excel dagen en maanden kunt optellen en aftrekken? We laten je verschillende formules in Excel zien waarmee dit heel snel en eenvoudig werkt.
Dagen optellen of aftrekken van een datum
Stelt u zich eens voor dat een factuur van u op de tweede vrijdag van de maand moet worden betaald. U wilt geld overboeken naar uw betaalrekening zodat ze 15 kalenderdagen voor die datum aankomen, zodat u 15 dagen van de vervaldatum aftrekt. Het volgende voorbeeld laat zien hoe u datums kunt optellen en aftrekken door positieve of negatieve getallen in te voeren.
-
Voer uw vervaldatums in kolom A in.
-
Voer het aantal dagen in dat u wilt optellen of aftrekken in kolom B. U kunt een negatief getal invoeren om dagen van uw startdatum af te trekken en een positief getal om bij uw datum op te tellen.
-
Typ in cel C2 = A2 + B2 en kopieer zo nodig naar beneden.
Meerdere cellen optellen en aftrekken
Klik in de cel waar u het resultaat wilt weergeven.
Typ nu bijvoorbeeld de formule = Som (.
Markeer met de muis meerdere cellen die onder elkaar staan. Het bereik = Som (A1 + A2 + A3 + A4 + A5) omvat bijvoorbeeld de respectieve cellen.
Het gesloten haakje) sluit de Excel-formule af.
Bevestig met de Enter-toets.
EDATE-functie: snel maanden optellen of aftrekken van een datum
De EDATE-functie heeft twee argumenten: de startdatum en het aantal maanden dat u wilt optellen of aftrekken. Als u maanden wilt aftrekken, voert u een negatief getal in als tweede argument.
Voorbeeld: = EDATE ("15-09-19"; - 5) geeft 15-04-19 terug.
-
In dit voorbeeld kunt u uw startdatums invoeren in kolom A.
-
Voer in kolom B het aantal maanden in dat u wilt optellen of aftrekken. Om aan te geven of een maand moet worden afgetrokken, kunt u een minteken (-) voor het cijfer plaatsen (bijv. -1).
-
Voer = EDATE (A2; B2) in cel C2 in en kopieer indien nodig naar beneden.
