9 Overzicht van logische functies
U kunt logische functies en geavanceerde formules gebruiken, zodat u altijd uw Excel-tabellen kunt bijhouden. Deze classificeren uw inhoud in ware en valse informatie en zijn daarom geschikt voor een zinvolle structurering van lijsten.
9 logische functies in Excel
EN-functieDeze operator retourneert WAAR als alle argumenten WAAR zijn.
= AND (voorwaarde1; voorwaarde2; … )
De OR-formule retourneert WAAR als een bijbehorend argument WAAR is.
= OF (voorwaarde1; voorwaarde2; … )
Deze operator keert de logica van de voorwaardelijke argumenten om. De waarheidswaarde wordt daarom geacht van toepassing te zijn als niet aan de voorwaarde wordt voldaan.
= NIET (staat)
De argumenten van de bijbehorende syntax worden gecontroleerd op hun waarheidswaarde, waarna een ander commando wordt uitgevoerd.
= IF (voorwaarde; "Ja"; "Nee")
In dit voorbeeld produceert de syntaxis een "Ja" in de uitvoercel als de voorwaarde WAAR is. Als het ONWAAR is, verschijnt in plaats daarvan een "Nee".
IFERROR-functieDeze formule zoekt in de eerste plaats niet naar waarheidswaarden, maar naar foutwaarden. Als er een wordt gevonden, verschijnt er een zelfbepaalde foutmelding in de bijbehorende cel. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er een deling door nul is uitgevoerd. Als er geen foutwaarde is, wordt in plaats daarvan het normale resultaat weergegeven.
=IFERROR (waarde; waarde_als_fout)
Sinds Excel 2013 zijn er extra logische functies beschikbaar voor gebruikers van Excel. Een daarvan is WENNV. Er wordt ook naar een foutwaarde gezocht, maar deze keer verwijst deze specifiek naar de melding # Nvt (waarde niet beschikbaar). Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als voor de IFERROR-functie.
IFNV (waarde; waarde_at_NV)
XOR-functieEen andere nieuwe functie is de XOR-operator, waarvan de formule een reeks controles uitvoert. De argumenten moeten zijn opgenomen in matrices of verwijzingen waarop de waarheidswaarden TRUE of FALSE van toepassing zijn. De syntaxis is daarom ontworpen om meerdere rijen en kolommen tegelijkertijd te controleren.
= XOR (waarheidswaarde1; waarheidswaarde2; …)
Het resultaat van XOR is TRUE als het aantal vermeldingen dat TRUE oplevert, een oneven getal is. Aan de andere kant is het ONWAAR als het aantal vermeldingen met het resultaat WAAR even is. Als alle testresultaten WAAR of ONWAAR zijn, is het resultaat van de waarheidswaarde altijd ONWAAR.
Met de 2016-versie van Excel zijn er twee nieuwe logische operators toegevoegd. De eerste hiervan is de IFS-functie. Hiermee wordt gecontroleerd of een of meerdere voorwaarden van toepassing zijn. Als dit het geval is, wordt de waarde geretourneerd waarvan de voorwaarde eerst als WAAR werd gemarkeerd.
= IFS (waarheidswaarde1; waarde_if_true1; waarheidswaarde2; waarde_if_true2; …)
De tweede nieuwe operator is EERSTE WAARDE. Deze functie wordt gebruikt om een uitgaande waarde te selecteren die vervolgens kan worden vergeleken met een hele lijst met andere waarden. Na de eerste match wordt er geen vergelijking meer gemaakt, daarom wordt altijd de eerste waarde gemarkeerd als TRUE als resultaat weergegeven. Als dit feit voor geen enkele waarde van toepassing is, wordt in plaats daarvan een zelfgekozen bericht weergegeven.
= EERSTE WAARDE (uitvoerwaarde; vergelijkingswaarde1; resultaat1; [waarde2; resultaat2];… [result_if_no_match])
De syntaxis kan tot 126 individuele waarden opnemen.
Geavanceerde toepassing
Dankzij de integratie van extra functies kunt u logische functies gebruiken om tal van andere toepassingen mogelijk te maken. Op deze manier kunt u uw cellen tellen, rangschikken in ranglijsten of ze zelfs uitsluiten als ze niet aan uw vereisten voldoen. Daarnaast kun je ook logische functies gebruiken om fouten zichtbaar te maken of op te vangen. Dus je kunt:
- Een score maken met behulp van een extra referentiefunctie
- Alleen positieve resultaten toestaan
- Identificeer ware en valse verklaringen met zelfbepaalde termen
- Uitvoersymbolen met behulp van de IF-functie
- Een voorwaardelijke nummering maken
- Nummering maken met twee voorwaarden
- Laat een functie ongeldige waarden markeren
- Foutmeldingen onderscheppen
- Zoek de naam van een werkblad met behulp van een formule
Logische functies voor georganiseerd werk in Excel
Met zijn talrijke logische functies biedt Excel handige oplossingen voor een snelle en productieve uitvoering van uw gewenste werkstappen. Deze operators en aanvullende applicaties kunnen u veel tijd besparen en u een beter overzicht geven.
FAQ
Hoe tel je het aantal waar en onwaar?
Het exacte aantal cellen dat als waar of onwaar is geclassificeerd, kan snel worden bepaald met behulp van de AANTAL.ALS-functie. Hiervoor is alleen het te onderzoeken tafeloppervlak nodig. De twee formules zien er dan als volgt uit:
- AANTAL.ALS (bereik; WAAR) of
- AANTAL.ALS (bereik; ONWAAR)
Hoe wordt een vinkje gemaakt?
Het vinkje ✔ is eenvoudig te maken met een toetsencombinatie. Het enige wat u hoeft te doen is de Alt-toets ingedrukt te houden en vervolgens de cijfercombinatie 10004 op uw numeriek toetsenblok in te typen. Zodra u de Alt-toets loslaat, verschijnt het vinkje in het eerder geselecteerde invoervenster. Deze sneltoets is alleen mogelijk met het numerieke toetsenblok en kan niet worden gegenereerd met de bovenste cijferbalk van het toetsenbord.
Opmerking: Niet elke versie van Microsoft Office ondersteunt deze mogelijkheden in alle applicaties. Als u problemen ondervindt bij het maken van een vinkje in Excel, kunt u dit op een andere manier invoegen. Om dit te doen, klikt u op de gewenste cel en schakelt u over naar het tabblad "Invoegen". Daar vindt u een apart dialoogvenster voor “Symbolen”. Als u hierop klikt, wordt een uitgebreide lijst met symbolen geopend die u kunt selecteren. Zodra u het gewenste symbool heeft gevonden, kunt u het "invoegen" in het tekstveld en vervolgens het dialoogvenster "sluiten"